Germaanse ijzertijd

De Germaanse ijzertijd (ca. 375 AD - 750/800) is de laatste periode van de prehistorie in Noord-Europa. Ze liep van de Romeinse ijzertijd tot de vroege middeleeuwen.

Naarmate de Romeinse overheersing in Europa afnam, kwam de noordse ijzertijd in een nieuwe fase. Het karakter van de archeologische vondsten verandert. Het eerste deel wordt ook wel de volksverhuizingsperiode genoemd, vanwege de verschillende migratiegolven en invasies van onder andere Germaanse stammen die het Romeinse Rijk binnenvielen. Dit resulteerde in de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw en de vestiging van nieuwe koninkrijken in de voormalige Romeinse provincies.

De ijzertijd eindigde met het begin van de historische periode, dat wil zeggen de Vikingtijd in Scandinavië en de vroege middeleeuwen in de rest van Noord-Europa.

De Germaanse ijzertijd wordt verdeeld in twee fasen: de oudere Germaanse ijzertijd (375-550) en de jongere Germaanse ijzertijd (550-750). Over de datering van het einde van de laatste fase bestaat echter onenigheid, aangezien in de materiële cultuur geen duidelijke overgang tussen de ijzertijd en de Vikingtijd kan worden gezien. In Zweden wordt de jongere Germaanse ijzertijd de Vendeltijd genoemd. In Noord-Nederland en Noord-Duitsland wordt met de opkomst van het Frankische Rijk de periode na de oudere Germaanse ijzertijd al tot de middeleeuwen gerekend.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search